De normale dingen kennen we al, die vinden we namelijk overal en staan op elk lijstje. De verkoopautomaten, tempels, vriendelijke Japanners, overal sushi en andere lekkernijen… Maar er is toch meer dan deze dingen in Japan? Jazeker! Daarom zette ik 11 dingen op een rijtje. Dingen die ik écht mis uit Japan.
Oké, eerlijk, er zullen een paar standaard dingen tussen zitten. Maar dat maakt niet dat ik het minder mis.
1. Dunne pennen
“Huh, dunne pennen?” hoor ik je denken. Ja, dunne pennen! En dan bedoel ik niet de omtrek van het plastic omhulsel van de pen, maar de schrijfdikte. Voor het schrijven van het Japanse alfabet is een dunne pen veel fijner en preciezer om mee te schrijven. Met onze lompe dikke pennen wordt het één grote kliederboel. Ik heb talloze dagen verspild met alle papiertjes in de Hema onder te krabbelen totdat ik de perfecte pen had gevonden (bij de Hema hebben ze ‘m niet). Uiteindelijk kom je in Nederland uit bij de gelpennen en de fineliners. Een oplossing, maar zo fijn als balpennen zijn ze niet. Voor mij is de perfecte pendikte 0,5 of eronder.
2. Calpis
Oh, Calpis. In Europa wordt het goedje verkocht onder de naam Calpico, omdat het in het Engels klinkt als cow piss. Het is alleen bijna nergens te vinden. Calpis wordt gemaakt van melk (dat zeg ik altijd, klinkt gezond) en heel, heel, heel veel suiker. Maar lekker dat het is. In Japan trek je Calpis uit de automaat voor zo’n 100 tot 150 Yen, ongeveer een euro. In Düsseldorf kocht ik laatst een grote aanmaakfles (de originele Calpis) voor iets meer dan 10 euro. Duur? Ja. Is het het waard? Ja.
3. Pannen met afneembaar handvat
Waar ik me altijd enorm aan kon ergeren is het opbergen van pannen. Altijd staan die stomme handvatten in de weg. Ook op het fornuis moet ik altijd puzzelen, want een steelpan en twee koekenpannen op minder dan een halve vierkante meter is bijna net zo moeilijk als een puzzel met 1000 stukjes. In Japan is op de populatie na alles klein, dus ook opbergruimte is schaars. Wat doen ze? Ze halen gewoon de handvatten van de pannen af! Elke keer met koken vond ik het weer briljant. Laatst hadden ze een setje bij de Lidl liggen, ik moest bijna huilen.
4. Konbini
Dat we dit concept nog niet kennen in Nederland moge duidelijk zijn, want we hebben er nog niet eens een Nederlands woord voor. Convenience stores heten ze in het Engels, wat de Japanners afkorten naar konbini. Een gemakswinkel klinkt ook niet super spannend, dus laten we het bij konbini houden. Maar gemakkelijk zijn ze wel. Deze winkels zitten overal en zijn altijd, maar dan ook altijd open. Als je om 2 uur ‘s nachts nog een lekkere snack wilt of er achter komt dat het toiletpapier op is, kun je bijna vanuit elk bewoond punt in Japan kruipen naar een konbini zonder dat je broek stuk gaat. De grootste ketens zijn de Family Markt (Famima op z’n Japans), Seven Eleven en de Lawson. Ach, Nederland is al goed op weg met de AH to go, maar ooit… ooit is het zo ver.
5. Engrish
Gegarandeerd plezier in Japan. Op een gegeven moment werd het een sport om een product te vinden met zo raar mogelijk Engels. Wijze levenslessen die niet goed vertaald zijn zorgen altijd voor een lach (eerst een frons omdat je het probeert te begrijpen). Tijd schijnen ze ook niet helemaal te snappen, ik kwam regelmatig borden tegen van winkels en uitgaansgelegenheden die van 19:00 tot 26:30 geopend waren. Wat?
6. Kant en klare curry en gyuudon
Per portie ingepakte kant en klare curry en gyuudon, voor zo’n 100 yen per stuk. Helaas kwam ik hier veel te laat achter en heb ik er niet op en top van kunnen genieten. Nu zijn curry en gyuudon niet moeilijk om te maken, maar dit is het ultieme voedsel voor luieriken als je niet elke dag cup noodles wilt eten. Mijn ritueel: rijst koken in de rijstkoker, rijst in een kom, gyuudon of curry erbij (want dan wordt het vanzelf warm) en eten maar. In Japan zelf eten koken is vrij duur, maar dit was voor mij voor een á twee dagen in de week een prima oplossing.
7. Vierkante auto’s
Japan, het land van de automakers en de techniek, heeft overal de nieuwste snufjes rondrijden toch? Eh, ja. Nieuwe kei-kuruma (of K-car) ja. Kleine vierkante auto’s die zuiniger en kleiner zijn dan onze Europese bakken. Je kunt ze een beetje vergelijken met onze Smart. Maar dan vierkant. Het lijkt net alsof LEGO aan auto’s is begonnen. Stiekem zijn het een soort tassen van Mary Poppins, want als je er eenmaal inzit zijn ze verrassend groot. Een typisch Japans landschap heeft ten minste één K-car vind ik.
8. Purikura
Fotomachines die je mooier maken. Wat een plezier. Voor 400 yen (3-4 euro) krijg je een velletje stickers met foto’s, die je zelf bewerkt hebt met de Purikura machine. Je kunt bijna alles zelf instellen, van achtergrond tot thema en belichting. Als de foto’s zijn gemaakt kun je helemaal los gaan met een pen en digitale stickers. Een puntje: ze zijn gemaakt voor Japanners en Japanse ogen, dus westerse ogen zien er heel eng groot uit op zo’n Purikura. Ik heb een boekje liggen waar ik al mijn Purikura in heb geplakt. Als ik nostalgische Japandagjes heb dan trek ik dit boekje uit de kast samen met een doos tissues.
9. Knopjes in restaurants
In de lage- en middenklasse restaurants hebben ze iets geweldigs. Een knopje. Wil je bestellen of heb je een vraag, dan druk je gewoon op het knopje. De eerstvolgend beschikbare werknemer neemt een drafje naar je tafel en je kunt je bestelling doen. Je hoeft niet te wachten totdat je eindelijk oogcontact met de bediening hebt en je hoeft niet door de tent te lopen zwaaien omdat je iemand nodig hebt. Ideaal.
10. De wonderen van de ikebana leraar
Mijn ikebana (bloemschikken) leraar was een genie. Deze meneer sprak niet veel, verder dan de begroeting en zijn kenmerkende hmm, hmm, hmm en enkele woorden kwamen we niet. Elke dinsdagavond om zes uur hadden we les. We kregen een boeketje bloemen, kozen een vaas en dan ging de tent los. Met stilte. Wat een concentratie hebben die Japanners. Na een kwartiertje bloemen knippen en steken had ik een monster gecreëerd wat er alleen nog mooi uitzag omdat het gewoon bloemen waren. Onze leraar komt kijken, zegt “hmm, hmm, hmm… hai, hai, hai… hmm, hmm” en verplaatst, ik zweer, drie takjes een paar millimeter naar links of rechts en mijn monster transformeerde naar een mooie zwaan. ”Oké,” zegt hij. “Begin maar opnieuw.” En dat deed je dan om bovenstaand ritueel anderhalf uur lang te herhalen. Prachtig.
11. Daiso
Als er één winkel is waar ik waarschijnlijk meer uren heb doorgebracht dan op school dan is het de Daiso. De Daiso is een 100-yen winkel waar alles 100 Yen kost. En nee, dit is niet te vergelijken met onze een-euro-winkels of die rare winkels waar alle prijzen op gele bordjes worden geschreven en alles in bakken wordt gegooid. Nee. De Daiso is een wonderlijke winkel, waar je met een volle portemonnee ingaat en met een iets minder volle eruit komt omdat alles gewoon hartstikke goedkoop is. Je kunt er werkelijk waar alles krijgen: pennen, boeken, make-up, handdoeken, drinken, eten, knuffels, speelgoed, verfspullen, inkt, douchespul, zeep, gordijnen, stoelen en meer. Alles. De Daiso gaat vooral goed samen met nummer 5, Engrish.
Dit waren mijn elf dingen in Japan die ik mis of die ik in Nederland wil hebben. Ben jij in Japan geweest en wat mis jij? Laat het weten in de comments!